“Niet zo heel lang geleden leefde in een land niet ver van hier een koning in een groot kasteel. Nou ja, kasteel, het leek eerlijk gezegd meer op een heel groot herenhuis. Maar koning Michaelis vond kasteel gewoon stoer klinken.”
Zo begint het eerste deel van het waargebeurde sprookje over de koning en de prinses. De auteur kijkt hierin terug naar zijn gecompliceerde huwelijk met een islamitische vrouw. Wanneer zij na een vreselijk ziekbed is overleden, probeert hij het gewone leven weer op te pakken en een nieuwe liefde te vinden. Dat valt niet mee met twee puberende kinderen en een veeleisende baan. Het wordt zoektocht met vallen en opstaan.